De eerste pogingen om luchtlandingseenheden in te zetten vonden plaats in de Amerikaanse strijdkrachten in het begin van de jaren dertig, maar ze bleken niet succesvol te zijn. Alleen het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Europa versnelde de ontwikkeling van deze formatie in de Verenigde Staten, en de eerste parachute-eenheid in de geschiedenis van het Amerikaanse leger was een van de pelotons van het 29e Infanterieregiment, dat in 1940 een passende training onderging. Een van de belangrijkste figuren in de ontwikkeling van Amerikaanse luchtlandingseenheden was generaal William C. Lee, ook wel bekend als de vader van deze formatie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden twee luchtlandingsdivisies gevormd: 82nd ("All American") en 101st ("Screaming Eagle"). Amerikaanse troepen van dit type speelden een grote rol in de eerste dagen van de operatie in Normandië (juni 1944), maar vochten later ook mee in het kader van Operatie Market-Garden (1944) of Varsity (1945).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de houding van de As-landen, met name Duitsland, ten opzichte van de burgerbevolking die in de veroverde gebieden van Europa woonde heel anders. Aangenomen mag worden dat dit beleid verder naar het westen minder genocidaal en minder brutaal was. Een voorbeeld is Frankrijk, dat in 1940 in twee delen werd verdeeld - bezet door Duitse en Italiaanse troepen en de zogenaamde De Vichy-staat, die de schijn van onafhankelijkheid behield en bovendien nauw samenwerkte met het Derde Rijk. In bezet Frankrijk drongen de Duitsers aan de macht, probeerden de industriële basis daar te gebruiken voor hun eigen oorlogsinspanningen, dwongen de levering van contingenten dwangarbeiders af en braken meedogenloos op tegen de verzetsbeweging, maar ze zetten de moord en vernietiging van het Franse volk. Andere voorbeelden zijn de vorming van regeringen die in meer of mindere mate samenwerken met Duitsland in Nederland of Noorwegen. Aan de andere kant, hoe verder we naar het oosten gingen, hoe meer het Duitse beleid meer genocidaal bleek te zijn. Een voorbeeld is de Duitse politiek in Polen, waar de indringer een deel van de bevolking probeerde te germaniseren en het Generalgouvernement behandelde als een reservoir van vrije arbeid. Met de introductie van de zogenaamde Generalplan Ost uit 1941 ging het Derde Rijk ervan uit dat een groot deel van de Poolse samenleving zou worden vermoord of gedwongen zou worden hervestigd. Het Derde Rijk voerde een soortgelijk genocidaal beleid in de westelijke gebieden van de USSR, bezet vanaf 1941. De macabere, gemene deler van de Duitse bezettingspolitiek in West- en Oost-Europa was de wens om de Joodse bevolking in deze gebieden te vermoorden. De misdaad ging de geschiedenis in als de Holocaust of Shoah (Hebreeuws, de Holocaust). Veilige en waarschijnlijk onderschatte schattingen laten zien dat tijdens de hele Tweede Wereldoorlog ongeveer 23,7 miljoen burgers zijn omgekomen of vermoord….