Keizerlijke en koninklijke luchtvaart (Ger. Kaiserliche und Königliche Luftfahrtruppen, afgekort als KuK Luftfahrtruppen) is de luchtmacht van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie, formeel gevormd in 1893 en aanvankelijk alleen gebruikt voor verkenningstaken. Hun enige luchtschepen waren destijds ballonnen. Vanaf ongeveer 1909 kwamen luchtschepen in dienst bij de KuK Luftfahrtruppen, en kort daarna - de eerste vliegtuigen. In augustus-september 1914 bestond de Oostenrijks-Hongaarse luchtmacht echter uit slechts 35 vliegtuigen. Van de Europese mogendheden wordt aangenomen dat de KuK Luftfahrtruppen in 1914 de slechtste was - zowel wat betreft het aantal vliegtuigen als de opleiding van piloten. In de loop van de Eerste Wereldoorlog werden deze troepen echter aanzienlijk uitgebreid. Geschat wordt dat in de jaren 1914-1918 ongeveer 5.400 vliegtuigen werden gebouwd in Oostenrijk-Hongarije, waarvan de meeste machines waren die onder Duitse licentie werden geproduceerd, hoewel ze vaak werden aangepast. Voorbeelden zijn: Hansa-Brandenburg BI en DI of Albatros D.III. Er werden echter ook binnenlandse constructies gemaakt, zoals Aviatik DI. Het is de moeite waard eraan toe te voegen dat de KuK Luftfahrtruppen zowel aan het oostelijk als aan het Italiaanse front opereerde.
De Duitse luchtmacht werd in 1913 georganiseerd onder de naam die Fliegertruppen des deutschen Kaiserreiches, om de naam te veranderen in 1916 Luftstreitkräfte. Ten tijde van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog speelden ze een beslissende ondergeschikte rol aan de grondtroepen en waren ze bovendien strikt ondergeschikt aan hen. Het is de moeite waard eraan toe te voegen dat elke Duitse infanteriedivisie in augustus 1914 een verkenningscompagnie van 6 vliegtuigen omvatte. Al heel snel begon de Duitse luchtmacht echter uit te breiden en een steeds belangrijkere rol te spelen op het slagveld. In 1918 hadden ze in totaal ongeveer 2.700 vliegtuigen en ongeveer 240 andere vliegtuigen. Deze belangrijke kwantitatieve ontwikkeling was onder meer mogelijk dankzij een sterke industriële basis en een goed ontwikkelde luchtvaartindustrie met fabrieken als: Albatros Flugzeugwerke, Fokker, Pfalz Flugzeugwerke of Siemens-Schukert. De Duitse luchtmacht introduceerde in de jaren 1914-1918 ook veel succesvolle vliegtuigen, waaronder de grote Fokker Dr.I of Gotha G.IV of GV jager, maar ook ongebruikelijke ontwerpen als de Zeppelin-Staaken R.VI. De Duitse luchtmacht kon tijdens de Eerste Wereldoorlog ook organisatorische veranderingen ondergaan, zoals blijkt uit de oprichting van gespecialiseerde jachteenheden (Duits: Jagdstaffeln) in 1916. Manfred von Richthofen, bekend als de rode baron, was ongetwijfeld een van de grootste Luftstreitkräfte-azen, maar het is ook de moeite waard om te denken aan piloten als: Max Immelmann, Wilhelm Frank, Oswald Boelcke, Ernst Udet of later Luftwaffe-commandant Herman Göring.